Het verhaal
Jean Valjean, een voormalig veroordeelde, vindt asiel bij monseigneur Myriel, bisschop van Digne. Hij laat zich verleiden door zilveren kandelaars te stelen en vlucht bij zonsopgang. De gendarmes nemen hem terug: de bisschop getuigt in zijn voordeel en redt hem. Deze vrijgevigheid maakt Jean Valjean van streek: hij besluit een eerlijk man te worden. Maar de accidentele diefstal van een munt van een jonge jongen brengt zijn nieuwe vrijheid in gevaar…
Jean Valjean is burgemeester van Montreuil-sur-Mer geworden onder de naam Monsieur Madeleine en redt Champmathieu, gevangen onder zijn kar. Getuige ter plaatse, Javert, politie-inspecteur, denkt dat hij hem herkent als een voormalig veroordeelde.
Zo begint het duel tussen de twee mannen…
Fantine werd verleid en vervolgens achtergelaten met haar kleindochter Cosette. Wanhopig vertrouwt ze deze laatste toe aan de sinistere Thénardier, een herbergier die zijn fortuin verdient door de doden van Waterloo te beroven. Terug in haar geboorteplaats Montreuil-sur-Mer wordt Fantine na een ruzie gearresteerd en fel ondervraagd door politieagent Javert; maar de burgemeester van de stad, meneer Madeleine, liet haar vrij.
Deze mildheid, verontrustend van de kant van een magistraat, bevestigt het vermoeden van Javert: Monsieur Madeleine en Jean Valjean zijn één en dezelfde persoon.
Enige tijd later wordt een ongelukkige man aangezien voor de voormalige veroordeelde, die opnieuw gezocht wordt. Na een pijnlijk intern debat geeft de echte Jean Valjean zichzelf aan voor de rechtbank. Tijdelijk vrijgelaten, is hij getuige van Fantine’s pijn en zweert hij over haar dochter Cosette te waken: dan ontsnapt hij en bereikt Parijs.
Uiteindelijk heroverd door Javert en hersteld in de strafkolonie, ontsnapt Jean Valjean opnieuw, maar iedereen denkt dat hij verdronken is. Hij keert terug, grist Cosette van de Thénardiers, verstopt zich met haar in een krot en vervolgens in een klooster, rue de Picpus.
De jaren gaan voorbij. Jean Valjean verhuisde naar de rue Plumet onder de naam Fauchelevent. Hij maakt kennis met een jonge republikein, Marius, die houdt van Cosette, die een mooie jonge vrouw is geworden. Opnieuw gearresteerd door Javert, weet Valjean te ontsnappen.
In 1832 woedde de rel in de rue St-Denis. Op de barricade observeert Jean Valjean Marius en de jongen uit Parijs Gavroche. Terwijl ze Marius probeert te beschermen, sterft Eponine. De ontmaskerde politieagent Javert wordt toevertrouwd aan de voormalige veroordeelde: deze laat hem vrij.
Jean Valjean redt de gewonde Marius en transporteert hem via de riolen van Parijs naar Gillenormand. Hersteld trouwt Marius met Cosette. Als Jean Valjean sterft, worden de kandelaars van de bisschop aan zijn bed aangestoken…